Anton Meeuwsen al bijna 20 jaar masseur bij RKSV Driel. Geboren en getogen in Elden, een dorpje ten zuiden van Arnhem. Zijn werkzaamheden als sportverzorger verricht Anton Meeuwsen (52) echter een paar kilometer verderop, bij RKSV Driel. Pikant detail: net als afgelopen seizoen komen de voetbalclubs Eldenia (uit zijn geboortedorp) en Driel ook in de competitie van 2018 – 2019 tegen elkaar uit in de derde klasse D van het zondagvoetbal.

“Heel leuk, want Eldenia – Driel is van oudsher een beladen potje”, weet Meeuwsen, nog steeds woonachtig in Elden, als geen ander en al vanaf 1999 in dienst van Driel. Voor de buitenwacht misschien bijzonder, niet voor Meeuwsen. “Waarom ik het zo lang volhoud bij Driel? Ik denk de dorpsmentaliteit. Bij Driel kan ik helemaal mezelf zijn en hoef ik niet bang te zijn, dat er achter mijn rug om wordt gekletst als ik er een keer niet ben of als ik eens snel na een wedstrijd naar huis ga. Alles verloopt heel natuurlijk.”
Bij Driel deelt Meeuwsen de verzorgingstaken met collega Remco Muller. “We werken in blokken. Donderdag, zondag, dinsdag. Dat doen we op en af. Het voordeel is dat je er niet alleen bij bent tijdens de wedstrijd, maar ook in de aanloop er naar toe en erna. De overdracht doen we via ‘whatsapp’. Dat werkt prima, want er is natuurlijk ook nog zoiets als een gezinsleven.”


Affiniteit
De liefde voor het verzorgingsvak is er immer geweest bij Meeuwsen. “Ik heb altijd affiniteit met fysiotherapie gehad. Door bepaalde omstandigheden is dat er echter nooit van gekomen”, legt Meeuwsen uit. “Ik werd ooit bij het Cios uitgeloot en mijn vrienden gingen naar de meao. Ik toen ook en dan is een studie fysiotherapie ver weg.”

Het bloed kroop ook bij Meeuwsen waar het niet gaan kon. “Ik zag een keer een advertentie staan voor de opleiding sportverzorger. Ik dacht meteen: wat leuk. Ik heb een vriend van me gebeld en we zijn toen samen gestart. De liefde voor het voetbal was er altijd al en ik wist dat ik, eenmaal in het bezit van het diploma, bij een voetbalclub aan de slag zou gaan.”
Dat werd RKSV Driel. ”En daar heb ik tot op de dag van vandaag dus geen spijt van”, zegt Meeuwsen. “Ik denk ook niet dat ik ooit nog naar een andere club ga. Ja, ik ben trouw. Dat past ook bij de club. Er lopen ook nog wat jongens uit Elst. Zij kregen verkering met een meisje uit Driel en zijn er 25 jaar later nog steeds.”
Als verzorger ziet Meeuwsen ook een nadelige kant van die clubtrouw. “Je wordt één met de vereniging en je bent daardoor niet meer een onafhankelijk verzorger.”

Vergoedingen
Dat kan zich uiten in de vergoedingen, al is dat voor Meeuwsen niet een ‘hot item’. “Het is maar net wat de club er voor over heeft. Het is dan aan ons of we het wel of niet doen. Het blijft wel een lastig punt. Ik heb eens geïnformeerd bij het het NGS, het Nederlands Genootschap voor sportmasseurs. Ze vertelden mij dat de vergoeding over het algemeen de maximale vrijwilligersbijdrage is. Het voordeel is dat je je netwerk uitbreidt en zo ook spelers naar je eigen praktijk kunt halen. Zo wordt geredeneerd. Maar dan moetje wel een eigen praktijk hebben”, zegt Meeuwsen, in dienst bij defensie.
Het vak van sportmasseur lijkt ondergewaardeerd. Meeuwsen: “Dat geldt niet voor de staf en de spelers van Driel. Zij hebben veel waardering voor ons werk. Maar bijna overal zijn de vergoedingen voor masseurs en verzorgers een sluitpost. Maar nogmaals, ik heb veel waardering voor de club en er is geen enkele sprake van rancune.”
Meeuwsen roemt de goede samenwerking bij Driel. “Want dat is het verhaal. Duren blessures te lang, dan stuur ik spelers door naar een arts of ik bel Jeroen Koenders of hij een keer langs kan komen om naar een paar jongens te kijken. Jeroen heeft een fysiotherapiepraktijk in Driel en houdt ook nog wel eens een inloopuur. Het is op elkaar afgestemd.”
Sinds 1999 is Meeuwsen bij Driel in dienst. “En ik zou het ook nog niet willen missen”, zegt de Eldenaar vastberaden. “Nu mijn kinderen, Tom en Eva, groot zijn, hoef ik niet thuis te zijn. Ook als ik niet aan de beurt ben, ga ik kijken. Remco doet dat ook vaak, maar hij heeft nu nog drie jonge kinderen. Kan hij een keer geen oppas krijgen, dan neem ik het van het over. Geen probleem. Ja, de verbondenheid bij Driel is groot.”