Een ervaren rot. Gepokt en gemazeld. Als geen ander kent René Beerntsen de kneepjes van het vak. Als sportmasseur, maar ook als hersteltrainer. De 62-jarige Westervoorter volgde tal van cursussen. Met één doel: kennisverrijking. “Het heeft gewoon mijn interesse. En ook het vak van sportmasseur is meer dan met een spons en een waterzak over het veld lopen. Ik ben constant bezig om bij te blijven en mezelf te verbeteren.”

 

Beerntsen, geboren en getogen in Westervoort, stond in 1973 op het punt te worden opgenomen in de eerste selectie van Sportclub Westervoort. “Maar ik ben toen gaan varen. En als je dan een haven binnenkomt, ga je met elkaar voetballen”, vertelt Beerntsen. “Zonder training en dan ontstaan blessures. Zoals bij mij. Dan kun je zelf niet meer spelen en ga je je op andere zaken in de sport richten. Juist door die blessures ontstond de interesse in het menselijk lichaam en ben ik cursussen gaan volgen bij Frans Mosterman.”

 

Basisconditie

Beerntsen somt een aantal eigen blessures op. “Binnen- en buitenmeniscus eruit, kraakbeenletsel, voorste kruisband afgescheurd. Maar ook nu zorg ik toch voor een basisconditie. Loopwerk en core stability.”
De Westervoorter weet dus waar hij over praat. Hij was acht jaar masseur bij GSV ’38 en zes jaar bij Sportclub Westervoort. Bij die laatste club was hij ook hersteltrainer. “Uiteindelijk heb je zoveel kennis en ervaring dat jij als masseur wel kunt bepalen of een speler op het wedstrijdformulier komt”, zegt Beerntsen, die ook af en toe inviel bij Dierense Boys en DVV en inmiddels al tien jaar betrokken bij het team van de VVCS, van werkloze voetbalprofs. “Soms heb je oeverloze discussies met trainers, met anderen heb je heel goed overleg, zoals met Harold Dengerink, oud trainer van Sportclub Westervoort en eerder met Bob Hartemink. Ik heb de cursus hersteltraining gevolgd en dan kun je beoordelen hoe het met een speler gaat. Als hij niks meer voelt, denkt een speler dat hij er al is. Maar in wedstrijden raak je vermoeid. Je moet eerst conditioneel weer in orde zijn. Twee weken niet trainen, betekent een maand terug in conditie.”

Andere apotheek

Spelers willen vooral graag voetballen. Trainers hebben weer andere belangen. Beerntsen: “Dan komt alles voorbij. ‘Een krappe selectie, mijn belangrijkste speler’. Maar het gaat om de gezondheid van de voetballer, niet om het resultaat. Er zijn trainers die druk op je uitoefenen. ‘In mijn tijd..…. en kun je hem niet een pilletje geven?’ Maar dat laatste is in het betaalde voetbal, daar heb je een hele andere apotheek. En zodra je met snelheid begint, komt de vraag: ‘Kan hij komend weekeinde spelen?’ Maar dat is vaak te vroeg. De crux is voor mij dat het verschil tussen links en rechts niet meer dan tien procent mag zijn. Bijvoorbeeld bij hinkelen kun je dat verschil zien. ”

Beerntsen is momenteel clubloos, maar is nog wel verbonden aan team VVCS, een groep clubloze voetbalprofessionals, die op zoek zijn naar een nieuwe club. “Dat is altijd in juni en juli. Mijn eigen vakantie”, zegt de Westervoorter. ”Heel erg leuk met jaarlijks een andere trainer en andere spelers. Afgelopen jaar was Joop Gall de trainer, daarvoor waren dat onder meer Peter Boeve, John Lammers, Edward Metgod en Henk Wisman. Eerst worden de spelers “op” getraind tot een bepaalde basisconditie, daarna spelen ze een wedstrijd.”

Beerntsen zegt elk jaar wel bijzondere dingen mee te maken. “Zoals bij Henk Wisman. Hij liet een speler warmlopen en vroeg na een tijdje: ‘Ben je klaar om in te vallen?’ Die speler antwoordde: ‘Ik denk het wel’. ‘Ik denk het wel’, zei Wisman. ‘Daar heb ik niks aan. Ga dan maar weer zitten’. Op de terugweg in de bus ging bij Wisman de telefoon. De makelaar van die speler, want die zat natuurlijk op de tribune. Onvergetelijk.”

Toeters en bellen

Beerntsen kan in de periode bij de VVCS zijn ei kwijt. “Ik doe dan heel veel. Core stability, tapen en bandageren, massage. Mijn rol wordt steeds groter en alles wat ik in mijn pakket heb, kan ik doen. Al staat de ene trainer daar wat meer voor open dan de andere. Mijn omgang met de spelers is goed. Ik ben amicaal, maar ze moeten me niet bedonderen. Dan komt de oude school, de marine, in me boven. Het zijn jongens die het altijd voor de wind is gegaan en nu ineens geen club hebben. Ze zitten vaak met zichzelf in de knoop. Je hoeft dan niet de psycholoog uit te hangen, maar wel menselijk zijn en gewoon naar die jongens luisteren.”

Beerntsen maakte al tal van blessures mee. “Verdraaide knieën, been- en enkelbreuken en dan gaat het er vooral ook om wat je niet moet doen. Landt iemand op zijn hoofd of plat op zijn rug, dan moet een scheidsrechter snel affluiten. Dat gebeurt niet altijd, maar de eerste paar seconden kunnen al belangrijk zijn. Is iemand buiten kennis, dan gaan bij mij alle toeters en bellen af. Zeker bij hoofdletsel.”
Dat roept bij Beerntsen herinneringen op aan zijn periode als verzorger van GSV ’38. “In een wedstrijd tegen Kilder kreeg een speler van GSV een klap op zijn adamsappel. Hij was buiten kennis en ik ging er naar toe”, begint Beerntsen dit relaas. “Hij ademde niet en ik begon met reanimeren. Ik zat op mijn knieën en toen trok een speler van Kilder me ondersteboven. ‘Je bent aan het tijdrekken’, riep hij en toen sloegen bij mij de stoppen door. Ik heb die jongen toen een klap gegeven en dat mag natuurlijk nooit gebeuren. Maar als je belemmerd wordt in je taak om iemand te redden, kun je iets doen waar je later spijt van hebt. Ik heb dit verhaal destijds ook verteld aan Louis Laros van de VVCS. Niet dat hij dit later in de krant zou lezen.”

Janken

Beerntsen, die in Westervoort ook een eigen praktijk heeft (Connector2massage), hoopt volgend seizoen weer aan de slag te gaan bij een club. “Want ik mis het. Het was echt wennen dat ik op zondag vrij was. Ik ga nu op zondag een eindje rijden met mijn vriendin.” Stilzitten is dus niets voor Beerntsen en stilstaan op zijn vakgebied is voor de Westervoorter achteruitgaan. Bijblijven en verbeteren is het motto. Trigger Needling Concept is de laatste cursus die Beerntsen met goed gevolg aflegde, waardoor hij zich ook triggerpointcoach mag noemen.

Meewerken aan het jaarlijkse ‘Moiment’ bij schoonheidsalon Odeon in Westervoort noemt Beerntsen een hoogtepunt. ”Het is een ‘verwendag’ voor vrouwen met kanker. Dat gaat van visagie tot voetmassage. Heel dankbaar werk, waarbij je soms zelf op de dijk even moet gaan staan janken.”
De oud-marinier heeft dan plotseling een klein hartje.